Fokko Mellema is sinds maart 2011 lid van de Voorschotense Clientenraad Sociale Dienst namens de FNV. Hij is vakbondsman in hart en nieren en wordt gedreven door een groot gevoel van rechtvaardigheid. “Ik ben al meer dan 25 jaar actief voor de FNV. Eind jaren 80 was ik stakingsleider bij de acties in de gezondheidszorg voor een betere CAO. Die acties werden toen als bedreigend ervaren. Achteraf hoorde ik dat er zelfs ME klaar had gestaan. Terwijl wij alleen maar affiches op de ramen plakten,” lacht hij.
Als nieuw lid van de CR wil Fokko opkomen voor de belangen van de Voorschotense clienten. De raad heeft volgens hem twee rollen. “Wij begeleiden mensen zodat zij de voorzieningen krijgen waar ze recht op hebben. En wijzen hen op de verplichtingen die ze hebben. Zoals het inleveren van formulieren en het geven van alle informatie.” Wat hij daarnaast belangrijk vindt, is mensen weerbaarder maken. “Het valt niet mee als je in zo’n afhankelijke positie belandt. Er komt veel op je af en je krijgt niet altijd je gelijk. Ik wil mensen leren incasseren. Je knokt om iets voor elkaar te krijgen. Soms lukt dat maar soms lukt dat je niet. En dan moet je dat kunnen accepteren en verder gaan.”
Fokko valt met zijn neus in de boter als het op actie aan komt. Net na zijn benoeming in de Clientenraad kwam de gemeente Voorschoten met het plan om op het gebied van sociale dienstverlening te gaan fuseren met Leidschendam-Voorburg en Wassenaar. “Wij staan daar bijzonder kritisch tegenover. Vooral omdat nog onduidelijk is wat dit precies voor onze clienten gaat betekenen. Ook begrijpen we niet waarom er niet meer samenwerking met Leiden wordt gezocht. Daar zijn immers al contacten mee.” Wat hem betreft, is er geen sprake van het opheffen van de Voorschotense Clientenraad. “De drie gemeenten blijven bestuurlijk zelfstandig dus daar is geen sprake van.” De CR in Voorschoten is, vergeleken met die in Wassenaar en Leidschendam-Voorburg, het meest actief. Elke maandagmiddag is er een spreekuur voor clienten. De raad komt elke maand bij elkaar voor overleg en vier tot zes keer per jaar is er contact met de gemeente. “Wij kunnen als raad ook een signaleringsfunctie hebben,” vindt Fokko. “Er speelt bij veel mensen niet één probleem maar het is een combinatie van factoren. Dat zouden wij terug kunnen koppelen naar de gemeente”. Hij denkt dat er altijd een groep Voorschotenaren is die hulp op maat nodig hebben. En persoonlijk vraagt hij zich af of de gemeente dat niet zelf kan blijven doen. “Wat zou dat kosten? Drie extra ambtenaren erbij? Waarom zouden we daar niet in investeren?” De fusie is wat hem betreft dus nog lang geen gelopen race.