Aeltsje Sierksma, 63 jaar, jarenlang pleitbezorgster van mensen in de bijstand en oprichter van de cliëntenraad weet wat armoede is. Vooral wat het betekent van hulpinstellingen afhankelijk te zijn. Als alleenstaande met een opgroeiende dochter wist ze goed met tekorten om te gaan. “Als je maar handig bent, van de bijstand valt te leven. Ook dan is er op zijn tijd ruimte voor een sigaretje of wijntje. Voorwaarde is wel dat je met geld kunt omgaan en je rechten kent.”
‘Het maximale’ eruit halen. Een terugkerend thema en levenskunst die voor een bijstandsgerechtigde van groot belang is. Zo moet je kwijtscheldingen op tijd aanvragen en niet bang zijn. Er zijn immers voorzieningen. Je kunt bijvoorbeeld in bepaalde gevallen je verhuiskosten terugvragen. Je moet het wel weten en durven te vragen. En daar ontbreekt het helaas bij mensen vaak aan. Goed kunnen onderhandelen is een andere vaardigheid die armoede draaglijk maakt. Zo lukte het Aeltsje haar dochter mee te laten gaan op een schoolreis naar Rome door bij de rector aan te kloppen en een bijdrage uit het ouderfonds te vragen. Een fonds waar ze zelf als bijstandsgerechtigde via een vrijwillige ouderbijdrage niet aan meebetaalde. Als zo’n reis dan toch lukt, ja dan is het huilen van blijdschap.”
Een belangrijke les die Aeltsje leert is bovenal dat je ‘eraan moet toegeven dat je zo moet leven’. Voor jezelf opkomen, goed je kosten in de gaten houden en je vooral niet laten opjutten. Als moeder moet je bestand zijn tegen kinderwensen en bijvoorbeeld dure merkkleding buiten de deur houden.
De enorme verzakelijking binnen de welzijnssector, de economische crisis en bezuinigingen maken het leven wel moeilijker. Wat bijvoorbeeld gemakkelijk vergeten wordt is dat bezuinigingen in de cultuur sector, ook net de krenten uit de pap van een bijstandsgerechtigde kunnen wegkapen. Zoals een gratis muziekfestival dat wegbezuinigd wordt.
De vaak onpersoonlijke bejegening van bijstandsgerechtigden aan de balie is Aeltsje een doorn in het oog. Een voorbeeld van een jaar geleden ligt nog vers in haar geheugen. “Een vrouw schrijft zich 10 dagen na het overlijden van haar echtgenoot (een zelfstandig ondernemer) in als werkzoekende en vraagt een uitkering aan. Ze liep bij het maatschappelijk werk maar die had haar niet gewaarschuwd dat ze haar inschrijving zo snel mogelijk moest doen omdat ze anders geen recht heeft op een uitkering. Tja en zij had wel wat anders aan het hoofd. Wanneer je dan aan de balie streng wordt toegesproken dat je laat bent is dat vernederend.”
Gebrek aan medeleven, onvriendelijk en soms hard noemt Aeltsje de houding van baliemedewerkers. “De instanties moeten nu op hun centen letten en zien bijstandsgerechtigden vaker als misbruikers van voorzieningen. In 1995 kreeg je bij de uitkerende instelling een informatiemap met daarop ‘Hartelijk welkom bij de sociale dienst’. Tijden veranderen.”
Het zou Aeltsje een lief ding zijn als baliemedewerkers de onzekerheid van een bijstandsgerechtigde herkennen en daar op anticiperen. “Het is toch niet teveel gevraagd, dat je in plaats van met al je financiële gegevens open en bloot aan de balie geholpen wordt even naar een klein kamertje wordt begeleid voor een gesprek onder vier ogen.”
Een menselijke behandeling door de instanties naast de oprichting van een formulierenbrigade en de komst van sociaal raadslieden zijn de belangrijkste wensen die Aeltsje voor de minima in Voorschoten heeft. Op deze manier kunnen bijstandsgerechtigden een goede ondersteuning krijgen op ondermeer belastingtechnisch en juridisch gebied. Geen overbodige luxe wanneer je optimaal van je rechten gebruik moet maken. Wellicht dat haar strijd om op te komen tegen onrecht dan minder nodig wordt.