Voorzitter,

Het is mij opmerkelijk genoeg de afgelopen maanden meerdere keren overkomen dat iemand me rechtstreeks vroeg: "Vind je dat raadswerk nou nog leuk?" Eerder zou ik altijd, zonder al te veel nadenken, geantwoord hebben dat het natuurlijk fantastisch is om inwoners te mogen vertegenwoordigen en je druk te maken over alles wat het dorp draaiende houdt. Maar dat antwoord kwam er nu niet meer vanzelf uit – ik merkte dat ik onbewust moest zuchten. Om eerlijk te zijn, schrok ik daar wel van en het zette me aan het denken. Ik heb moeten constateren dat ik minder optimistisch ben. Nu word ik langzaam ouder en dat zal vast een rol spelen, maar ik maak me ook echt zorgen.

De kadernota laat een financieel beeld zien dat eigenlijk al jaren hetzelfde is: over een paar jaar gaat het helemaal mis. Of het nu gaat om investeringen in het riool, scholenbouw, verduurzaming van vastgoed, de jeugdzorg, of afschaffing van de precariobelasting. Het zijn stuk voor stuk serieuze kwesties, maar uiteindelijk geen reden om in paniek door de gangen van het gemeentehuis te rennen. Dit keer stevenen we echter, net als Wile E. Coyote, af op het ravijnjaar 2026 en het nog ergere 2027. Natuurlijk balen we daarvan, maar een goede bekende van me met de Voorschotense gemeentepolitiek als bedenkelijke hobby merkte fijntjes op dat BZK het misschien wel heel goed bekeken had. Want hoeveel geld houdt Voorschoten ieder jaar wel niet over?

Afgelopen jaar was dat 4,3 miljoen euro, met reservemutaties zelfs 5,9 miljoen. Een steeds sterker wordende tendens in de afgelopen jaren. Deels zijn dat extra inkomsten bij bijzondere situaties: Oekraïense vluchtelingen, energiearmoede – maar dat laat ook onze beperkte wendbaarheid zien. In hartje zomer is de pijn van energiearmoede al geleden en tegen de tijd dat we eindelijk een fatsoenlijke ruimte voor de taalklas hebben geregeld, wappert de blauw-gele vlag waarschijnlijk weer boven Sevastopol. Maar per saldo zijn het niet deze meevallers. We krijgen vooral ontzettend weinig van de grond. Hoe durven wij in die context te claimen dat Voorschoten straks onvoldoende krijgt?

Natuurlijk zijn er altijd redenen voor. We hebben al jaren grote problemen om het ambtelijke apparaat op sterkte te krijgen. In deze kadernota is er daarom weer sprake van een arbeidsmarktoffensief. Daarvoor heeft het college onze zegen, laten we hopen dat het helpt. Maar we weten dat de overheid overal aan nieuwe mensen trekt. We zullen waarschijnlijk moeten accepteren dat we een chronisch probleem hebben en bedenken hoe we daarmee omgaan.

Dat zou kunnen door meer zaken bij onze inwoners en actieve organisaties te leggen. Met een lokale partij die zich daar in het verleden heel uitgesproken over heeft, zou je verwachten dat hier volop op zou worden ingezet. In de praktijk zien we echter het tegenovergestelde. Mensen nemen het initiatief en komen met plannen voor een MFA bij de bibliotheek, voor een hotel in het AB-huis of voor een park bij het St. Nicolaespad. Maar niets is goed genoeg, past niet genoeg bij het Voorschotense DNA, of heeft geen prioriteit. Na jaren van sleuren slaat het enthousiasme om in verbittering en we zijn als dorp geen stap verder.

Het stellen van prioriteiten is een andere aanpak. Een waar het college zich op laat voorstaan. Maar prioriteiten stellen is iets anders dan steeds "nee" verkopen. Het betekent ook doorpakken op lopende zaken. En daar moeten college en raad toch ook naar zichzelf kijken. De afgelopen tijd is herhaaldelijk bewust gekozen om plannen die klaar lagen opzij te schuiven, ten koste van de investering in ambtelijke inzet, onderzoeksgeld en tijd. Omdat men "betere" plannen wilde, zelfs waar een meerderheid van de fracties in de raad campagne voerde op het oude plan. Dat deze raad dat kennelijk wil faciliteren, is ook een bewuste keuze. En laten we het beestje bij de naam noemen, voorzitter: het is "alle ballen op het centrum". Er ligt inmiddels na enkele jaren een centrumvisie en die is niet geheel onverdienstelijk. Maar de praktische inzet blijft vaag.

Als nieuw beleid zien we in deze kadernota een aantal weinig controversiële zaken. Sociaal beleid dat richting Leiden gaat, een inzet op professionalisering van ons beleid rond ondermijning. De grootste inzet voor komend jaar is echter een half miljoen voor een projectbureau voor het centrum, aangekondigd bij de centrumvisie maar nog zonder concreet doel of invulling – voorlopig lijkt het vooral een reserve te worden. We willen daarvoor echt meer uitwerking zien, voordat we weer geld en ambtelijke tijd verspillen aan halfbakken planvorming. Ambtelijke capaciteit die we elders juist hard nodig hebben.

Want verder lijkt het vooral 'Groundhog Day', voorzitter, de werkelijke reden voor mijn onbewuste zuchten. We gaan weer goed kijken naar plannen voor sportfaciliteiten, we gaan weer in het waterketenplan opschrijven dat de riolering in Adegeest prioriteit heeft, we gaan voor de zoveelste keer in kaart brengen hoe het gemeentelijk vastgoed verduurzaamd moet worden, we gaan weer in gesprek met scholen over huisvesting, we gaan de rotonde Raadhuislaan opnieuw aanpakken, we gaan weer plannen maken voor het AB-huis, we wachten maar weer een half jaar op plannen voor onze culturele voorzieningen en de verduurzaming van de bibliotheek. Voor een deel hiervan zijn in deze kadernota nog geen middelen gereserveerd, zodat we weten dat het op zijn vroegst in 2025 zal zijn.

Voorzitter, wij zouden zo graag verder willen. De bestuurlijke stagnatie rond energiearmoede heeft opnieuw laten zien dat er echt behoefte is aan een breder beleid rond armoede. Daarom dienen wij hierbij, namens de progressieve partijen, amendement 211 in. Dit doet niet meer dan het college te vragen in 2024 zo'n beleid op te zetten, zodat we op termijn effectiever kunnen optreden. Over wat in het coalitieakkoord nog de Bibliotheek Plus moest heten, moeten we vaststellen dat we afstevenen op scenario 'niets doen'. Voorzitter, áls dat dan zo is, laten we dan ook de consequenties nemen. Als het Cultureel Centrum in de loop van 2024 gesloten gaat worden, laten we dan de beruchte carrousel van scholenbouw weer krakend op gang brengen. Amendement 212, dat wij hierbij ook namens de progressieve partijen indienen, wil de Fortgens in staat stellen om die draad zo snel mogelijk weer op te pakken. Tot slot willen wij met motie 294 – hierbij ingediend, mede namens D66 en SP – oproepen om eindelijk eens met een oplossing te komen voor het lege fonds Duurzaamheidsleningen. Dat is een overzichtelijk probleem dat nu al anderhalf jaar speelt en opnieuw ligt er bij deze kadernota geen voorstel van de kant van het college. Dat is onvergeeflijk. Wij hebben daarnaast een aantal moties en amendementen mede ondertekend, maar daar zullen we in de tweede termijn op reageren.

Voorzitter, het is allemaal niet groots en meeslepend – en dat is uit realiteitszin. Want aan vergezichten op zich is er geen gebrek in deze kadernota. Maar liefst 16,3 miljoen euro voor een nieuw te bouwen gemeentehuis met bibliotheek. Een investering die niet los te zien is van de toekomst van onze gemeente, maar hier en in de centrumvisie voorgesteld zonder enige discussie. Dezelfde partijen die bleven hameren op ieder detail van het plan Wijngaardenlaan, knipperen nu niet met de ogen. Voorzitter, wellicht dat ik me hier meer zorgen over zou maken als ik geloofde dat dit project zo uitgevoerd zou worden. Het is niet alleen de voorgeschiedenis die mij sceptisch maakt, het is ook dat veel van deze voor de volgende collegeperiode nog weinig serieus te nemen lijkt. De onhaalbare planning bij scholenbouw, een late investering in het zwembad in 2030 in plaats van onderhoud en renovatie vanaf 2025 om kapitaalvernietiging te voorkomen. Maar dit zijn uiteindelijk discussies voor het komende jaar en een volgende coalitie.

Voor nu vindt GroenLinks het vooral van belang om te voorkomen dat dit vier verloren jaren worden. Als dit het beleid voor 2024 moet worden, zal veel afhangen van het laatste collegejaar 2025. De verleiding zal groot zijn om ons dan blind te staren op verkiezingen, en natuurlijk het ravijnjaar. Daarbij komt dan de vraag naar voren: als Voorschoten haar middelen steeds niet gebruikt, hoe kan zij dan klagen over een budgetverlaging? In hoeverre kunnen we serieus spreken van een ravijnjaar, als we bestuurlijk al lang van de klif gevallen zijn?

Voorzitter, misschien wordt het daarom ook tijd om te praten over die laatste mogelijkheid bij chronisch gebrek aan ambtelijke capaciteit en bestuurskracht. Als we bij herhaling bestuurlijk geen deuk in een pakje boter kunnen slaan, als we de mensen niet kunnen vinden om het werk gedaan te krijgen, als we keer op keer onze beloften niet kunnen waarmaken... Verdienen onze inwoners dan niet beter? Waarom zou een fusie met Leiden dan niet beter zijn voor ons dorp? Het is een discussie die steeds vermeden wordt, maar wat ons betreft kan het niet taboe blijven. Voorschoten heeft nog tijd om te laten zien dat ze het kan – wij roepen het college en de andere fracties op om die kans te grijpen.

Voorzitter, ik heb gesproken.