En dan zie je het voorbij komen, het bericht. Via het Witte Weekblad, via Voorschotenonline. “Financiele problemen groter dan verwacht”. Inderdaad, uit de jaarrekening blijkt een tekort. En dan is het gepast om goed te kijken waar dat tekort vandaan komt. Dat blijken projecten te zijn. Zoals bijvoorbeeld “MOC-terrein”.
Dit illustreert heel goed wat er aan de hand is. Het MOC-terrein is een lap grond, waarvan we allemaal vinden dat er iets mee moet gebeuren. Of het nou parkeerterrein wordt, park of woonwijk maakt daarvoor niet uit, het mag niet braak blijven liggen en verloederen. Dus is het project gestart. Het terrein had toen waarde, en ook het Fixit-gebouw, waar later de Hema heeft gezeten had waarde. Het gebouw is gesloopt. Nu is het een parkeerterrein. Een parkeerterrein is minder waard dan een gebouw.
Ook de grond zelf is minder waard. Je ontvangt minder geld als je het zou verkopen. Dat moet in de gemeentelijke boekhouding zichtbaar worden gemaakt door boekhoudregels. Die schreven vorig jaar een waarde voor en dit jaar weer. De waarde van dit jaar is lager dan die van vorig jaar. Het is net een huis. Je woont er nu en je wilt er over vijf jaar nog wonen. Je betaalt keurig op tijd je hypotheek, de hete adem van de bank is heel ver weg. En dan staat er een makelaar op de stoep om je te vertellen dat het minder waard is dan vorig jaar. Zou ik dan mijn spaargeld gaan gebruiken om de waarde weer op peil te brengen? Natuurlijk niet. Ik blijf gewoon wonen en zie volgend jaar wel weer. Of het jaar daarna. Dat doet de gemeente ook. Dit keer is de waarde kleiner geworden. Volgend jaar of het jaar daarna neemt die waarde wel weer toe.
De waarde van het bezit van de gemeente Voorschoten is afgenomen. Het bezit zelf is niet veranderd. En dan zijn er de boekhoudregels die voorschrijven dat zoiets zichtbaar moet zijn op de jaarrekening. Vorig jaar een andere waarde dan dit jaar. Niet de regels veranderen, maar de markt. En die verandert wel weer.