Op initiatief van de wijkraad van de Leidse Stevenshof werd op 26 februari weer een informatieavond gehouden over de Rijnlandroute. Evenals bij een soortgelijke bijeenkomst vorig jaar was er weer veel belangstelling en waren er ook Voorschotenaren aanwezig. Fer von der Assen doet verslag.

 

 

Na de opening door wijkraadvoorzitter Esther Karsch gaf Henk Osinga van de werkgroep Rijnlandroute een overzicht van de werkzaamheden over het afgelopen jaar. Daarbij vermeldde hij dat de wijkraad ook een zienswijze had ingediend over de onlangs gepubliceerde Kadernota Bereikbaarheid Leiden, waar de Rijnlandroute weer prominent in vermeld stond.

Daarna kwam de projectleider Rijnlandroute van de Provincie, Ed Klein, aan het woord. Hij vermeldde dat er in totaal 59 zienswijzes waren ingediend op de Startnotitie MER Rijnlandroute en stelde dat de drie tracé's op dit moment als gelijkwaardig moeten worden beschouwd. Hij legde uit dat de MER procedure is opgedeeld in twee fasen. In Fase 1 zullen richtlijnen voor de MER-studie en toetsingscriteria worden opgesteld en zal vervolgens (in mei 2009) een "trechtering" van de alternatieven plaatsvinden. Fase 2 bestaat uit een verdieping van het onderzoek naar de milieueffecten van het vastgestelde tracé. Volgens de planning zou in april 2010 het MER- rapport gereed moeten zijn. De formele inspraak zal plaatsvinden aan het eind van Fase 2. In de wandelgangen werd gezegd dat dit met opzet zo gepland was om bezwaar en beroep tegen het trechteringsbesluit te frustreren. Overigens gaat de provincie in de tweede helft van maart nog twee avonden organiseren om betrokkenen “mee te laten denken". Er is ook een digitale nieuwsbrief en er wordt informatie verschaft via een speciale  website (www.rijnlandroute.nl).

Vervolgens werden in twee heldere en professionele presentaties door Gerard Kwakkenbos en Willem van der Pol respectievelijk het spoortunneltracé en de Churchill Avenue toegelicht. Kwakkenbos wees er daarbij op dat de ontsluiting van Leiden voor een belangrijk deel op het grondgebied van andere gemeenten is geprojecteerd. Hij wees ook op het feit dat het voorkeurstracé de nationale Ecologische Hoofdstructuur doorsnijdt. Van der Pol stelde dat niet het wegpatroon het uitgangspunt moet zijn voor de besluitvorming rond de Rijnlandroute, maar de woonomgeving en alles wat daaromheen speelt. Als criteria voor het ideale tracé noemde hij: het moet een doorgaande route zijn zonder kruisingen; het moet een oplossing zijn voor de Stevenshof, voor Voorschoten en voor Leiden Zuidwest; er moeten eerst belangrijke knelpunten worden aangepakt; stad in het groen/groene stad; optimaal gebruik van duurzame energie.

Na de pauze werd er een paneldiscussie gehouden. Het panel bestond uit de Leidse (GroenLinks!) wethouder John Steegh, VVD Tweede Kamerlid Helma Neppérus, PvdA Provinciale Statenlid dhr. M. Loose en Willem van der Pol. Steegh deelde mee dat Leiden nog steeds een voorkeur heeft voor het N11 West-tracé (het voorkeurstracé van de provincie), met als argument dat dit de enige manier is om de binnenstad "autoluw" te maken (hij bestreed overigens niet dat ruim 80% van het verkeer op de Lelylaan/Churchilllaan bestemmingsverkeer is). Hij voegde hieraan toe dat Leiden ten minste twee aansluitingen op de Rijnlandroute wil: een bij de Voorschoterweg en een bij de Plesmanlaan. Mevrouw Neppérus had moeite met het begrip "trechtering" en stelde voor eerst eens goed uit te zoeken wat de alternatieven voor het zgn. voorkeurstracé precies voorstellen. De heer Loose kwam niet veel verder dan dat de MER het antwoord zal moeten geven op alle vragen.

Uit de zaal werden vele kritische vragen gesteld, waaruit bleek dat de bewoners van de Stevenshof in het algemeen sterk gekant blijven tegen het N-11 tracé, wat ook niet verwonderlijk is als je bedenkt welk een aantasting van hun “achtertuin” het gevolg zou zijn van de aanleg van die route. Ondergetekende kreeg de gelegenheid als laatste vanuit de zaal op te merken dat we ons veel moeizame discussies over "zorgvuldige inpassing van het tracé" zouden kunnen besparen als we uitgaan van de verkeersproblemen die moeten worden opgelost en ons realiseren dat de oplossingen voor de Tjalmaweg, het knooppunt Leiden West, de Churchilllaan en de flessenhals Lammebrug in principe voor het grijpen liggen voor een fractie van de kosten van een geldverslindende en natuurvernietigende nieuwe weg!

Fer von der Assen