De gemeenteraadsfracties van GroenLinks in Voorschoten en Wassenaar zijn zeer bezorgd over de gang van zaken rond de Rijnlandroute. De provincie Zuid-Holland en de regio Holland Rijnland lijken de aanleg hiervan door te willen drukken. Nut en noodzaak is nog altijd niet bewezen en valt steeds moeilijker aan te tonen.

Recente gegevens over de bevolkingsontwikkeling in de regio wijzen op een sterke afname van de beroepsbevolking, die zonder meer gevolgen gaat hebben voor de hoeveelheid woon-werkverkeer. Daarnaast betekenen de kredietcrisis en de economische krimp dat de verwachtingen over de ontwikkeling van het autoverkeer en de bouw van woningen en kantoren naar beneden moeten worden bijgesteld. Niettemin blijft de provincie plannen uitbrengen, waarin de Rijnlandroute nog steeds wordt voorgesteld als een onmisbare nieuwe wegverbinding tussen de kust en het Groene Hart. In die plannen worden de belangen van natuur en milieu stelselmatig veronachtzaamd.

Uit alle studies blijkt dat als gevolg van de aanleg van het voorkeurstracé van de provincie, dat van Katwijk langs het Valkenburgse Meer en de Stevenshof dwars door Voorschoten naar de A4 loopt, sprake zal zijn van grootschalige vernietiging van leefgebieden van dier- en plantesoorten, versnippering van landschapselementen en verstoring door beweging, verlichting en geluidshinder. Daarnaast wordt de leefbaarheid voor de bewoners langs het tracé sterk negatief beïnvloed. Op sommige plaatsen zullen honderden meters geluidsscherm moeten worden geplaatst, waardoor in elk geval het uitzicht van de bewoners aan de zuidrand van de Stevenshof en Noord-Hofland voorgoed wordt bedorven.

De gevolgen voor de gemeente Voorschoten zijn zonder meer desastreus, met uitzondering van de dure geboorde tunnelvariant. Noord-Hofland, waar eenderde van de bevolking van Voorschoten woont, zal min of meer worden afgesneden van de kern van de gemeente. Een deel van het volkstuinencomplex en de sportvelden zal moeten verdwijnen, evenals woningen en bedrijven langs de Leidseweg en de Hofweg. Het karakteristieke landgoed Berbice zal eveneens zwaar worden aangetast door stank en lawaai. Ook voor Wassenaar betekent de aanleg van deze snelweg dwars door de polders ten westen van de A44 een gevoelige aanslag op de omgeving, terwijl de verkeersdruk op de A44 nauwelijks zou worden verlicht en het dorp eigenlijk alleen echt gebaat is met ondertunneling van de A44. En dit alles voor een weg die voor de automobilist een gemiddelde tijdwinst van slechts één minuut zou opleveren.

In recent overleg tussen de minister van Verkeer en Waterstaat en de provincie heeft de minister laten doorschemeren dat alleen een "sobere variant" van de weg kans maakt op een rijksbijdrage. Gezien de uitlatingen van de minister en de huidige economische ontwikkelingen lijkt het de fracties van GroenLinks Voorschoten en Wassenaar aannemelijk dat alternatieven zoals het spoortunnel tracé en een geboorde tunnel door Voorschoten, die veel hogere kosten met zich meebrengen dan het voorkeurstracé op maaiveldniveau, niet realistisch zijn en in de definitieve besluitvorming simpelweg als zijnde te duur van tafel zullen worden geschoven.

De fracties erkennen dat er in de Leidse regio sprake is van verkeersproblemen, die met de nodige spoed moeten worden aangepakt. Het gaat dan met name om de zwaar overbelaste Lammebrug, de situatie op het Lammenschansplein en de koppeling Plesmanlaan/Dr. Lelylaan. Voor wat betreft het laatste verkeersknooppunt is onlangs bestuurlijke overeenstemming bereikt en financiering voorzien om deze koppeling ongelijkvloers aan te passen. Daarmee kan een van de knelpunten in de bestaande wegenstructuur al op korte termijn worden opgelost. De flessenhalssituatie bij het Lammenschansplein en de Lammebrug kan al op korte termijn worden verbeterd door de verwisseling van rijbanen en definitief worden opgelost door de aanleg van een aquaduct vanaf de Churchilllaan onder de Vliet door. Hoewel uit recente verkeersstudies van de gemeente Leiden blijkt dat de doorstroming van het verkeer op de Churchilllaan (dat voor meer dan 80% bestemmingsverkeer is) geen echt probleem oplevert, kan de capaciteit van die weg door enkele beperkte ingrepen (zoals een andere afstelling van de stoplichten en de aanleg van enkele fietstunnels) worden vergroot. Voor het verkeer tussen Katwijk, Valkenburg en Leiden is van belang dat Provinciale Staten al ruim drie jaar geleden een motie heeft aangenomen voor versnelde verdubbeling van de N206 (de ir. J. Tjalmaweg). Uitvoering van deze motie is tot nu toe achterwege gebleven, vermoedelijk om de druk op de Rijnlandroute hoog te houden.

Het is volgens de fracties van het grootste belang dat betrokken burgers, die bezwaar hebben tegen de aanleg van de weg, gebruik maken van de gelegenheid die in de diverse inspraakprocedures wordt geboden om hun gedachten naar voren te brengen. Voor de Startnotitie Milieueffectrapportage Rijnlandroute kan men tot en met 2 februari bij het College van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland een schriftelijke zienswijze indienen over de inhoud van de nog op te stellen richtlijnen voor de milieueffectrapportage. De fracties zijn van mening dat in die richtlijnen de ecologische en milieubelangen voldoende moeten worden gewaarborgd en dat met name uitgebreid moet worden onderzocht hoe het voorkeurstracé zich verhoudt tot de plannen en verplichtingen van Rijk, provincie en regio met betrekking tot het behoud van de groene bufferzone tussen Wassenaar en Leiden. Een uitgebreid commentaar van GroenLinks Voorschoten op de plannen kan men vinden in de notitie 'Rijnlandroute? Ga toch fietsen." Klik bij Publicaties op 'Rijnlandroute 2008.'

Voorschoten/Wassenaar

Fer von der Assen