Groenlinks Leidschendam-Voorburg is diep teleurgesteld in de uitspraak van de Raad van State. Op 21 juli heeft de Raad van State het bezwaarschrift van de Vereniging Vrienden van Vlietland ongegrond verklaard. Dit betekent dat na de vlietzone, geofferd aan de Rotterdamse baan, nu ook Vlietland opgeofferd gaat worden aan hoger gestelde belangen.
Het gebied wordt rijp gemaakt voor meer grootschalige recreatie. Er komen 102 vrijstaande recreatiewoningen en 120 recreatieappartementen.
Alle nodige spel, sport en ontspanningsmogelijkheden worden ingebracht zodat men zich vooral maar niet zal vervelen en door blijft gaan met consumeren. Genieten van rust en stilte zal daar waarschijnlijk niet meer mogelijk zijn. Men gaat nu zelfs het gebied zo inrichten dat ook buiten het seizoen om het gebied aantrekkelijk wordt voor recreatie. Dag vogels, dag bloemen, dag stilte.
Lang leve de commercie. De niet te stuiten ontwikkelaar weet te melden dat niet meer dan 1% van de totale 300 Hectare bebouwd zal gaan worden. Hij vergeet hierbij te vermelden dat de middenplas al ruim 130hectare groot is.
De Raad van State neemt in navolging van het College van B&W hun besluit mede naar aanleiding van het rapport “Leidschendam, Vlietland flora & faunaonderzoek"uit 2003 waarin staat dat Vlietland van geringe ecologische betekenis is. Een miskleun van jewelste.
De Vrienden van Vlietland hebben dan juridisch geen gelijk gekregen, maar het gaat hierom een ander gelijk, het gelijk dat gelegen is in het feit dat niet alle groen opgeofferd dient te worden aan de commerciële recreatie.
Fractie Groenlinks Leidschendam-Voorburg