Tijdens de begrotingsbehandeling van de raad op 5 november heeft GroenLinks in een motie opgeroepen om een aanzienlijk bedrag voor duurzame energie opwekking te reserveren. Het idee is om, verspreid over een aantal jaren, minimaal 10 miljoen van de NUON gelden in een bestemmingsreserve duurzaamheid te storten. De helft van dit te reserveren bedrag zou besteed moeten worden aan duurzame energieproductie, lokaal of in regionaal verband. Helaas was hiervoor binnen de gemeenteraad geen meerderheid en werd onze motie verworpen. GroenLinks blijft zich desondanks inzetten om kleinschalige duurzame energieproductie op de agenda te krijgen. En legt uit waarom.

Op deze manier kan een belangrijke bijdrage geleverd worden aan de omschakeling naar een CO2 neutrale gemeente. Duurzame energieproductie zal op termijn ook geld opleveren. De afhankelijkheid van (niet- of gedeeltelijk duurzame) energieproducenten wordt verminderd. Daarnaast draagt het bij aan de druk op diezelfde gevestigde energie bedrijven om ook te investeren in de kleinschalige winning van energie. De grote energiebedrijven lopen wat dat betreft ver achter bij de ambities van veel gemeenten en provincies.

Volgens GroenLinks kan onze gemeente zo aansluiten bij de gezonde trend die zich, met name sinds de verkoop van NUON en ESSENT aandelen, landelijk voordoet. Gemeentes als Veenendaal, Culemborg, Texel, Amsterdam maar ook de provincies Drenthe en Noord Holland hebben of gaan coöperaties of energiebedrijfjes steunen. De steun varieert van eenmalige subsidies tot garantstellingen. Deze bedragen kunnen behoorlijk oplopen. Bijvoorbeeld het bedrijf dat in de gemeente Veenendaal het warmtenet aanlegt en gaat exploiteren kan terugvallen op een garantstelling van 600.000 Euro. Wat GroenLinks betreft komen alle vormen van duurzame energie als windenergie, waterkracht, zonne-energie, warmtepompen, warmte-koudeopslag en de inzet van biomassa hiervoor in aanmerking. Een concreet gerealiseerd voorbeeld is het Leidse tankstation voor biogas op het terrein van de waterzuivering aan de Voorschoterweg, dat dankzij de samenwerking van onder andere Groen Vervoer B.V., de gemeente Leiden, en het Hoogheemraadschap van Rijnland tot stand kwam. Dit biogas ontstaat vanzelf door vergisting van ons afvalwater en wordt nu gebruikt om taxi’s en bussen te laten rijden.

Daarnaast willen we onderzocht zien, op welke wijze huishoudens en kantoren gestimuleerd kunnen worden lokale energieproducenten te worden. Deze trend, ook wel genoemd ‘decentrale opwekking’ van warmte en elektriciteit is relevant, omdat nu iedere individuele burger de mogelijkheid heeft (een kleine) energieproducent te worden. Consumenten kunnen tegenwoordig immers zelf warmte- of elektrische energie opwekken en het overschot aan elektriciteit terug naar het net sturen. Vormen van decentrale opwekking zijn microwarmtekrachtkoppeling (HRe ketels), zonneboilers, zonnepanelen en windturbines. Maar ook aan warmtekrachtkoppeling bij kantoren en vergistinginstallaties bij agrarische bedrijven valt te denken. Belangrijk is dat individuele burgers hun verantwoordelijkheid kunnen nemen en zich daarin gesteund voelen door de overheid. Uiteraard dient hierbij rekening gehouden te worden met landelijke subsidieregelingen als de Stimuleringsregeling duurzame energieproductie (SDE) die door SenterNovem wordt uitgevoerd. In april 2010 wordt deze regeling weer opengesteld. Voor deze subsidie geldt 'op is op'. Een aantal
categorieën (zonnepanelen en biomassa) worden jaarlijks overtekend terwijl het budget voor andere categorieën (wind op land) grotendeels ongebruikt blijven.

Naarmate meer bekend wordt over het klimaatprobleem wordt de urgentie om te handelen groter. Arme landen dragen nu al de negatieve gevolgen van de opwarming door ondermeer langer aanhoudende droogtes en een teruglopende voedselproductie. Maar ook Nederland zal op termijn de consequenties moeten dragen.  Dit alles vraagt om een actieve rol van iedere gemeente, ook Voorschoten. Door het college te vragen nu een bedrag te reserveren en de gemeente op te dragen actief op zoek te gaan naar mogelijkheden voor lokale en/of regionale duurzame energie productie hebben we onze verantwoordelijkheid willen tonen.