Herman van Bemmel schreef een ingezonden brief naar De Volkskrant over ontwikkelingssamenwerking. "Voordat het CDA met de VVD en de PVV ging praten werden door het CDA harde voorwaarden genoemd. Zo zou er niet worden getornd aan de beginselen van de rechtstaat. Dat is mooi, maar over het halveren van de ontwikkelingshulp heb ik niemand gehoord. Ook dat zou voor het CDA onaanvaardbaar moeten zijn.
Er is sowieso een sterke nationalistische gerichtheid in het politieke debat, alsof Nederland een eiland zou zijn. De werkelijkheid is dat minimaal handhaving van de huidige ontwikkelingshulp noodzakelijk is voor het halen van de millenniumdoelen. Eén van die doelen is het drastisch terugbrengen van de armoede elders in de wereld. Voor mensen die minder gevoelig zijn voor de ethische vragen rond armoede en honger: het is - zeker op termijn - óók in het belang van onze veiligheid en onze welvaart dat armoede wordt bestreden. Grote, als zeer onrechtvaardig gevoelde verschillen in welvaart brengen immers grote stromen vluchtelingen in beweging en leiden tot gewelddadige conflicten. Voor de Nederlandse economie is het van belang dat er elders in de wereld afzetgebieden zijn voor onze exportproducten. Dat zijn overwegingen die zelfs een partij als de VVD zouden moeten aanspreken. Maar voor het CDA zou de op naastenliefde gebaseerde mondiale solidariteit de doorslag moeten geven, want dat is het fundament waarop het CDA-beleid hoort te rusten.
Als het CDA en de VVD erin zouden slagen een kabinet met de PVV te vormen dan komen er zeker grote problemen: óf Wilders heeft zoveel moeten toegeven dat hij voor zijn kiezers absoluut ongeloofwaardig is geworden, óf er is zoveel tegemoetgekomen aan de eisen van Wilders dat de achterban van het CDA (en hopelijk ook van de VVD) het niet zal pikken. Strategisch kan dit een slimme zet zijn: Wilders in zijn eigen zwaard laten vallen. Met de LPF als illustratief voorbeeld."