Tijdens het begrotingsoverleg op 10 november besloot de raad een bezuiniging van 90.000 euro op het opbouwwerk in de Vlietwijk uit te stellen. Een motie die de GroenLinks fractie had ingebracht hoefde daarom niet in stemming te worden gebracht. De fractie besloot deze motie aan te houden.
De bezuiniging in de begroting was dan ook tegenstrijdig met wat de raad een jaar eerder met grote meerderheid was overeengekomen. Toen werd namelijk op basis van een motie van GroenLinks en het CDA besloten dat het opbouwwerk vanaf 2012 pas stopgezet kan worden na een grondige evaluatie. Welnu, deze evaluatie heeft nog niet plaatsgevonden.
Het verweer van wethouder Adema dat er al 80 vrijwilligers zouden klaarstaan en dat om die reden een opbouwwerker niet langer nodig zou zijn klopte niet. Monique Lamers, fractievoorzitter van GroenLinks, pareerde namelijk handig met de opmerking dat er een groot verschil is tussen 80 mensen die, aan de deur geïnterviewd, vertellen dat ze zich eventueel als vrijwilliger voor het wijkcentrum willen inzetten in plaats van 80 ‘actieve’ vrijwilligers. Dit eerste is namelijk het geval en gebaseerd op onderzoek van de opbouwwerker die hiertoe meer dan 400 huisbezoeken heeft afgelegd.
Daarnaast verwees de GL fractie naar een brief die de ‘kerngroep Vlietwijk overleg’ op 22 september 2011 aan het college had gestuurd. De kerngroep benadrukte daarin dat voor een goed geleid wijkcentrum de ondersteuning in 2012 door een opbouwwerker onmisbaar is. Binnenkort wordt het nieuwe wijkcentrum opgeleverd. Om activiteiten te kunnen laten plaatsvinden, zal er ook helderheid over een functionerende structuur en ondersteunend budget moeten komen. Bezuinigingen voordat serieus naar een goede ondersteunende structuur wordt gekeken zijn op zijn zachtst gezegd voorbarig!